idolatrie

Het WNT zegt[1]:

Uit fr. idolâtrie (1170 in den vorm ydolatie in de bet. 1 [=afgoderij], 1635/17de e. in de bet. `hevige liefde'); eng. idolatry (c. 1250 in de bet. 1, c. 1386 in de bet. 2 [=dweepzucht]), du. idolatrie. De fr. vorm idolâtrie is door haplologie uit idololatrie ontstaan. In V. DALE [1872] wordt deze oorspr. vorm nog vermeld met een bet. die eenigszins afwijkt van die van idolatrie.

Kan (betekenis 'afgoderij') worden geantedateerd tot 1510: Wielant Corte instructie in materie criminele[2] "sacrilege, ydolatrie, invocatie van den duvele, heresie of andere ghelycke cryme"

-- AE