ieder

Uit Etymologiewiki
Ga naar: navigatie, zoeken

De geschetste betekenisontwikkeling wordt bevestigd door een oude vorm, waarin nog de dualis ('willekeurig welk van beiden') te vinden is, te vinden in de 'Oude Caerte' van Maastricht (1283)[1]: "ende jeder een, van haer beyde, vermach, binnen de Stadt van Tricht, te arresteren, om recht, ende Justitie te doen". In hetzelfde werk echter ook al eenieder 'iedereen': "...Doen te weten aen eenen yederen".

-- AE