kwelen

Uit Etymologiewiki
Ga naar: navigatie, zoeken

kwelen ww. ‘lieflijk zingen’

Mnl. qwedelen ‘op een bepaalde wijs zingen’ (1477), quelen (1440-1460), Vnnl. quelen, kwelen ‘zingen, opgewekt zingen’ (1561), daarnaast ook ‘lieflijk’ en vooral ‘weemoedig’ of ‘klaaglijk zingen’. In de 16e eeuw in Vlaanderen ook quelen ‘druk praten, babbelen’. Verwante vormen: Middelnederduits quedelen ‘babbelen, zwetsen’, Oudhoogduits quitilōn ‘pruttelen, klagen’, Mhd. quitteln ‘tjilpen’, Oudengels hearm-cwedolian ‘kwaadspreken’. Uit PGm. *kwedilōn ‘bespreken, vaak spreken’, een iteratief ww. afgeleid van PGm. *kweþan ‘spreken’. Van *kwedilōn werd nog Oudengels cwedol ‘spraakzaam’ afgeleid.

Zie voor verdere verwanten onder Middelnederlands kwedden 'groeten' en Oudnederlands quethan.

--Mdevaan 3 nov 2014 14:56 (CET)